‘Naaste zijn’ grijpt in op veel domeinen van je leven
Als naasten van een gezinslid dat aan zelfdoding denkt, zal je altijd een impact ervaren op je leven. Deze impact kan heel divers zijn. Bewust zijn van deze impact, is een eerste stap naar zelfzorg. Hieronder lees je meer over wat de impact kan zijn op je persoonlijk leven. Met de Impactbarometer kan je onderzoeken welke impact jij ervaart.
Emotionele impact
Als naaste samenleven met iemand die aan zelfdoding denkt, kan veel emoties oproepen zoals:
angst voor het mogelijke verlies
wanhoop door de lange duur van de suïcidegedachten van je gezinslid
onzekerheid over de toekomst
verdriet of medeleven
boosheid, frustratie
ontkenning
schuld
machteloosheid omdat je de problemen niet kan oplossen
afschuw
het gevoel gemanipuleerd te worden
schaamte voor de reactie van anderen
Omdat zelfdodingsgedachten lang kunnen duren en zo ingrijpend zijn, voelen naasten zich vaak uitgeput, gespannen, geïrriteerd, vermoeid, …. Andere naasten leggen zich neer bij de situatie of proberen tot aanvaarding te komen.
Naasten geven aan dat ze rouwen omdat ze voelen dat hun relatie met het suïcidale gezinslid niet meer is zoals vroeger. Ze moeten ook afscheid nemen van verwachtingen die niet meer haalbaar lijken.
Dit kan zich uiten in diverse klachten zoals weinig geduld hebben, sterke emotionele reacties, slapeloosheid, concentratieproblemen, piekeren, ...
Nare gebeurtenissen, zoals een suïcidepoging, kunnen shockerend zijn en post-traumatische stress veroorzaken.
In sommige situaties kan de naaste depressieve gevoelens of zelfmoordgedachten ontwikkelen.
Deze psychische stressoren kunnen zich uiten in lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, hartkloppingen, kortademigheid, spier- en gewrichtspijn, nare dromen, …
-
Het idee van een zelfmoordpoging maakt mij angstig. Ik zie dan soms beelden die ik niet wil zien.
-
Het is voor mij emotioneel erg zwaar en heel uitputtend. Het is ook al bijna 8 jaar dat mama het moeilijk heeft. Je leert er wel mee omgaan maar toch...
-
Je wil een gewoon, fijn en zorgeloos leven. Maar dat lukt moeilijk als je weet dat je broer niet gelukkig is.
-
Ik heb haar een keer gevonden. Ik was alleen. Dat was traumatisch. Gelukkig heeft ze geen poging meer ondernomen want dat wil ik nooit meer meemaken.
-
Je moeder hele dagen in bed zien liggen, dat maakt je echt droevig. Ik huil vaak.
-
De ziekenwagen is haar een keer moeten komen halen na een poging. Dan denk je echt, nu zijn we haar kwijt. Voor mij is dat een trauma.
-
Soms heb ik schrik, ja, schrik dat ik het zelf allemaal niet meer aan kan.
-
Ik was op een moment mijn focus kwijt en dan heb ik gewoon gezegd van: "Ja, ik voel mij echt niet goed." Mijn bloed laten onderzoeken en zo. Maar ik wist dat ik er gewoon ver doorzat. Dan ben ik eens 14 dagen thuisgebleven in ziekteverlof en dan terug gaan werken, en dan na nog eens een maand, terug 14 dagen thuis.
-
Helemaal in het begin als ik die eerste verwondingen zag, dat ik toch ook wel mijn kop in het zand heb gestoken. Denk ik nu achteraf. Je denkt dat je daarmee bezig bent maar eigenlijk wil je het niet weten, je ontkent het.
-
Maarten heeft een depressie en zelfmoordgedachten. Ik wist wel dat hij niet gelukkig was en dat die misschien al heel lang rondliep met zijn problemen, maar dat dat zo erg was, dat wist ik niet. Ik was in paniek.
-
Ge zoekt hopeloos naar verklaringen. Het is die grote, boze wereld, of mijne zoon deugt niet. Ge denkt natuurlijk gauw: 'Het is mijn schuld.' Heel frustrerend als ge het dan niet weet.
-
Ik weet dat dat niet goed is. Dan voel ik mijzelf ook wel heel slecht. Ik denk dan: ‘Zou ik nu depressief zijn?’ Dat ik echt zo zeg: ‘Het is allemaal zo leuk niet meer’, maar ja… Het is ook zo lastig allemaal, hé, het is zo veel.
-
Ik wens dit geen enkel ouder dit toe. Ik kan het mezelf moeilijk voorstellen dat iemand anders dat overleeft. Maar als het over mezelf gaat, dan vind ik het normaal dat ik volhoud.
-
We hebben alle twee Facebook en dat vind ik goed. Als zij op kot zit, in die rechterkolom kun je zien hoe lang dat het geleden is dat ze op Facebook zit. Dan zie ik soms staan: 10 minuten, 5 minuten. En dan peins ik: oef. Raar hé, dat een mens zo moet leven soms hé.
Zelfbeeld en identiteit
Een impact die zowat alle naasten van een suïcidaal gezinslid ervaren, is deze op de eigen identiteit en het zelfbeeld.
Je hebt een bijzondere band met je gezinsleden. Zij bepalen mee wie je bent, hoe je je voelt, wat je kansen zijn en wat je mag verwachten van de toekomst.
Als een gezinslid aangeeft aan zelfdoding te denken, vraag je je af wie jij voor die persoon bent of wat je voor hem kan betekenen. Afhankelijk van je relatie met het suïcidale gezinslid, vraag je je af of je een goede ouder, partner, broer, zus of kind bent.
De zorg voor een suïcidaal gezinslid is ingrijpend en heeft dus ook invloed op je relatie met de andere gezinsleden. Maar ook buiten je gezin kan er een sociale impact zijn op je relaties als vriend, collega, werknemer, student, etc.
Er is ook een negatieve impact op je interesses, energiepeil, concentratievermogen, motivatie, … etc. Dit kan er voor zorgen dat je je zelfbeeld in vraag gaat stellen: kan ik een nieuwe uitdaging wel aan, heb ik wel voldoende talenten, ben ik wel intelligent genoeg?
Verder kan het ook zijn dat je hierdoor uitdagingen niet voluit kan aangaan, wat dan weer effect heeft op je eigen toekomst.
Dit maakt dat de meeste naasten aangeven dat ze vandaag niet dezelfde persoon zijn die ze zouden geweest zijn als het gezinslid niet aan zelfdoding dacht.
-
Ik denk dat ik toch voorzichtiger en angstiger in het leven sta als mijn broer deze problemen niet zou hebben.
-
Ik moet het perfecte kind zijn, lijkt wel. Een beetje te laat thuis komen, een biertje drinken,… en mijn ouders vrezen meteen dat het met mij ook de verkeerde kant uitgaat.
-
Hij is uit de kast gekomen. Dat is ontzettend moedig. Maar dan wisten we ook van de zelfdodingsgedachten. Ik vond dat zelf allemaal ook wel heel verwarrend.
-
Mijn broer vraagt best wel veel aandacht van mijn mama en ik probeer dus zo veel mogelijk alleen te doen. Misschien dat ik daardoor sterker in het leven sta. Maar het voelt niet altijd rechtvaardig als ik eerlijk ben.
-
Ik heb soms het gevoel dat ik de rol van mama moet overnemen. Ik ben op dat vlak volwassener dan mijn vrienden.
-
Wie ben ik voor haar? Als ze niet eens wil leven voor mij en mijn zus. Ik heb het daar nog steeds moeilijk mee.
-
Papa's horen sterk te zijn. Om naar op te kijken. Een voorbeeld zijn. Ik neem hem dat niet kwalijk maar ik heb dat wel erg gemist.
-
Moest ik groot gebracht zijn zonder de zelfdodingsdreiging van papa, dan was ik nu een ander persoon geweest. Daar ben ik zeker van.
-
Vroeger was ik vooral boos op haar. Als tiener begreep ik niet dat een moeder zich zo kan laten gaan en zelfs dood wil. Nu aanvaard ik het, maar begrijpen blijft moeilijk.
-
Ik heb lang getwijfeld aan mijzelf. Maar als ik mij vandaag vergelijk met mijn vrienden dan denk ik dat ik toch wel verder sta in het leven.
-
En je begint dingen te zoeken bij jezelf, van, heb ik dingen verkeerd gezegd? Ik voel mij nooit een heel goede moeder. Dus je begint te twijfelen aan jezelf, heb ik ergens iets fout gedaan?
-
Ondersteunen’, ja, maar ‘eindverantwoordelijkheid’, nee. Nooit. En dat moet, vind ik, echt duidelijk gesteld worden naar je kind. Want ik heb een aantal vriendinnen in mijn omgeving die een familielid verloren hebben door zelfmoord. En die zijn allemaal opgegroeid met een schuldgevoel: ‘Wat als ik vijf minuten vroeger was geweest? Wat als ik die dag geen ruzie had gemaakt?' Altijd: ‘Wat als?’
Sociale impact
Als naaste is het niet eenvoudig om je sociaal leven te onderhouden, zoals afspreken met vrienden, naar feestjes gaan, hobby’s doen, … terwijl iemand in je gezin aan zelfdoding denkt. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn:
Je blijft vaker thuis omdat je je suïcidale gezinslid niet alleen durft te laten of omdat je solidair wil zijn.
Je kan niet meer genieten van sociale contacten of uitgaan.
Je gaat moeilijke vragen uit de weg of je wil niet doen alsof alles goed gaat.
Je wil er wel over praten maar je wil anderen niet tot last zijn; of je mag er niet over praten van andere gezinsleden; of schaamt je.
Je voelt je onbegrepen of bent bang voor negatieve reacties.
Verminderde sociale contacten en ontspanning kunnen leiden tot isolatie en eenzaamheid. Dit heeft een negatieve invloed op je mentale gezondheid.
-
Ik kom nu op een leeftijd dat ik vaker mag uitgaan, maar eerlijk gezegd heb ik er weinig zin in.
-
Ik en mijn zussen blijven om de beurt zo veel mogelijk bij papa als het slecht gaat. Dat wil dus zeggen dat ik soms niet uit kan gaan.
-
De laatste tijd gaat het niet goed met mama, dus ik weet eigenlijk nooit wat hoe het met haar gaat als ik thuis kom. Dat zit altijd in je achterhoofd ook als je onder vrienden bent.
-
Heel wat mensen in mijn omgeving zijn op de hoogte. Druggebruik, zelfmoordpoging,… hij loopt daar ook mee te koop. Dus ja, iedereen denkt: 'Wat is dat voor een gezin.' Die schaamte speelt wel.
-
Vroeger kwamen er vaak vrienden van mijn ouders met hun kinderen op bezoek. Die bleven eten, barbecueën, en zo. Nu komt er bijna niemand meer door mijn zus. Dat contact mis ik wel.
-
Want ja, dinsdagavond ga ik normaal sporten. Maarten wou dan praten, dan had hij naar zijn broer ge-sms’t: 'kan ik u bellen seffens?' Ik zeg: “Maarten, kom, ik blijf wel thuis, ik zal wel met u praten. Je moet dan Wout niet belasten.”
-
Ik zit in een periode in mijn leven dat ik mijn vrienden in twee groepen splits. De vrienden die er echt voor je zijn, die het begrijpen, waar ik veel tegen vertel. En dan een deel die erg veel oordelen. Die weten maar een beetje over thuis.
-
Ik sloot alles af. Ik zeg ook alles af, want in het begin van het theaterseizoen, bestel ik tickets, dat heb ik allemaal laten vallen, dat ging niet meer. Maar dat is dus echt niet gezond. Dat is geen goed idee.
Impact op werk, school of financiën
Naasten geven vaak aan dat samenleven met een suïcidaal gezinslid impact heeft op het werk en/of de school. Zo kan het zijn dat:
je je minder goed kan concentreren
je minder gemotiveerd bent
je vaak afwezig bent
je niet meer aan de verwachtingen kan voldoen
je niet langer voldoening haalt uit je werk of je studies
Dit kan er toe leiden dat je moet stoppen met werken of studeren. Dit gaat vaak gepaard met financiële kosten zoals minder inkomen, schooljaar opnieuw doen, …
Naasten staan bovendien vaak (deels) in voor de kosten voor de zorgen (consultaties, medicatie, verplaatsingen, …) voor het suïcidale gezinslid.
Dit alles heeft een negatieve invloed op je mentale gezondheid.
-
Haar eerste poging was tijdens mijn examens. Ik kon echt niet meer studeren en ben dan van richting veranderd omdat ik dacht dat het te moeilijk voor mij was. Daar heb ik nog steeds spijt van.
-
Ik ben al wat ouder en dat geeft het gevoel dat ik mij sterk moet houden. Maar toen ik jonger was en nog studeerde voelde ik mij heel onzeker en had ik angstaanvallen. Ik draag dat nu nog steeds met mij mee. Maar ik zoek nu wel hulp.
-
Je zegt niet zo maar op school: 'het lukt niet om te studeren want mijn broer denkt aan zelfmoord'. Hij zou dat zelfs niet willen. Dus ik zwijg daarover.
-
Ik weet niet of dit klopt maar als er drukke, moeilijke momenten zijn voor mij en mijn zus weet dat, dan is zij vaak in crisis.
-
Als ik mij niet goed voel, moet ik dat kunnen zeggen aan iemand, maar dan ga ik gewoon naar een collega en dan zeg ik: "Ik moet even kunnen huilen." [lacht] Ja, dat doet wel deugd, dat ik mijn verhaal mag doen. Ik moet dat gewoon even kunnen zeggen, en dan kan ik dat weer dragen. Of denk ik: ‘Ik ga crashen, ik kan niet meer.’ Maar als ik dan in de klas ben, krijg ik zoveel positieve energie waardoor ik het weer kan dragen.
-
Nu ben ik terug op mijn werk en mijn collega's zeggen dat ik afstandelijker ben geworden. Maar ik heb wel zoiets van: anders kan ik niet functioneren. Nu is dat terug wel een beetje beter, maar dat ligt wel heel moeilijk.
-
Ze zeiden dat zolang zijn schoolresultaten goed waren, ik mij geen zorgen moest maken. En dat klopt niet. Studeren en hoge punten halen was voor hem een manier om met zijn problemen om te gaan. Maar ik wist dat het niet goed ging met hem
-
Ja, ze had veel zorg nodig maar dat kwam altijd bij mij terecht. Dan belde de school: "Mevrouw, het gaat niet goed met Laura, ga je ze komen halen?" Ja… oké. Allé, ik op mijn werk… "Collega’s, sorry, ik ga efkes weer een oplossing zoeken." Dat is niet aangenaam omdat je ook veel van je collega’s verwacht.
-
Ik en mijn dochter hebben ons volledig geïsoleerd, ik ben ook vier maanden gestopt met werken omdat ik er volledig door zat. Ik had liever gewoon blijven werken omdat ik ook graag mijn werk doe… en ook om de verbinding met collega’s, met vriendinnen, met mijn werk… maar ja…
-
En ik heb vanaf nu ook, via mijn werk, onder het systeem van 'zorgen voor een ziek persoon', want is ze wel een ziek persoon, halftijds loopbaanonderbreking. Dus de momenten dat Phaedra niet naar school gaat en thuis is, dan ben ik er.
Impact op de toekomst
Zelfdodingsgedachten kunnen lang aanwezig zijn en meestal is het moeilijk om de toekomst te voorspellen. Voor naasten is dit een onzekere situatie: mag je hopen op verbetering, zal deze situatie hetzelfde blijven of misschien erger worden?
De impact op heel wat domeinen van je leven, heeft dus ook invloed op je toekomst: lukt het om te studeren, te werken, te plannen, een sociaal leven uit te bouwen, tijd voor jezelf te hebben,…? Het antwoord op deze vragen, bepaalt mee jouw toekomst als naaste.
Als naaste maak je je zorgen om het suïcidale gezinslid. Sommige naasten zijn hoopvol en verwachten dat de situatie zal verbeteren of normaliseren. Anderen zijn wanhopig, gelaten, gefrustreerd, angstig,… omdat de situatie lang aansleept. Dit kan leiden tot het aanvaarden van de situatie, bang afwachten of je mentaal voorbereiden op het ergste. In elk geval is de emotionele impact zwaar.
De relatie met je suïcidale gezinslid is niet meer zorgeloos of zoals vroeger. Dit betekent afscheid nemen van iemand zoals die vroeger was, maar ook afscheid nemen van verwachtingen over de toekomst. Dit is ingrijpend en is een vorm van rouw. Omdat je suïcidale gezinslid er wel nog is, spreken sommigen over levend verlies.
-
Mama's dementie zal niet meer weggaan. Maar ik hoop voor mij en haar dat ze nog een leven zal hebben zonder aan zelfmoord te denken.
-
Het klinkt hard, dat weet ik. Maar ik moet nu echt meer aan mezelf denken, anders ga ik er onderdoor en ga ik kansen missen.
-
Ik ga binnenkort samenwonen met mijn lief. Maar wat dan met mijn jongere zus? Die blijft alleen achter. Dus dat blijft een kopzorg.
-
Ze eet minder en er komen meer reacties uit de omgeving. En dat weet zij ook, waardoor ze nog meer in de put raakt. Maar gelukkig zijn er desondanks ook heel wat hoopvolle verhalen en signalen.
-
Ik maak mij veel zorgen om de toekomst. Voor mijn zus maar ook mijn gezin. Het lijkt alsof mijn ouders hier helemaal niet mee overweg kunnen. Trots, geheimhouden, geen echte hulp,... maar dit helpt ons ook niet vooruit, begin ik te beseffen.
-
Na al die tijd ben ik weinig hoopvol. Ik zie niet in hoe het nu ineens wel beter zou gaan. Misschien moet ik hier mee leren leven.
-
Ik zie de toekomst somber in. Er zijn de drugs, de depressie, de zelfmoordgedachten, de agressie,… het is zo veel samen.
-
Nu gaat het beter. Maar ze moet nog zo veel doen. Studeren, een lief zoeken, … en dat betekent ook een risico op tegenslagen. En ik weet niet hoe ze daar gaat op reageren.
-
Er is een gezegde: ‘Zeven arme jaren, zeven vette jaren’. Ik hoop dat volgend jaar de vette jaren aanbreken.
-
Het was een serieuze poging, hé, met ernstige letsels. Wel, ik had toen niet durven hopen dat we zouden staan waar we nu staan. Hij heeft werk, een lief, hij fietst terug.
-
Wat ook heel moeilijk is, is een stukje accepteren dat hij met een bepaalde problematiek zit, en met een bepaalde kwetsbaarheid zit. Ge hebt bepaalde ideeën en dromen en verwachtingen, en omdat hij tot zijn 15 of 16de zo in de lijn van de verwachting gelopen heeft, creëert dat altijd maar meer dromen en verwachtingen. En dan zie je dat opeens...
-
Ja… ik denk wel dat hij zijn weg gaat vinden, hij is aan het zoeken … met vallen en opstaan, hè, ja… gelijk de meesten zeker?
-
Dus ze blijft wel gaan naar de psychiater. Dus dat geeft mij wel moed, of hoop, toch ook wel, en zij heeft ook, sinds dat ze die medicatie neemt, heeft ze ook heel open periodes, dat ze veel meer dingen vertelt, toch wel.
-
Hij komt van ver. Ik ben voorzichtig met mijn optimisme. En ik heb intussen geleerd dat er geen verbetering is zonder terugval.
-
Ik zal, denk ik, moeten aanvaarden dat we het nooit perfect weten wat er in hem omgaat. Hij is kwetsbaar en de angst dat er iets mis kan gaan, zal nog wel even blijven.
-
Ze denk aan zelfmoord maar gelijktijdig is ze bezig dat ze minstens twee kinderen wilt. Dat geeft mij hoop.
-
Er zijn momenten waarop ik het gevoel heb dat we echt een stuk verder staan. Soms is er het gevoel van leegte en van bodemloosheid waar ik schrik van hen: Er lijkt precies niks voor Lisa te zijn, geen fundament waarop we kunnen bouwen. En dan plots is dat er wel en dan ben ik weer helemaal gerustgesteld. Dus met wisselend succes.
-
Ondanks haar zelfmoordgedachten wil ze nog altijd leven. Het is een strijd voor een leven zonder pijn.
-
Ik zit dan te denken, eerste verslag van de dokter, eerste poging. Dus soms verlies ik mijn hoop en dan op andere momenten, denk ik van: 'Nee, ik ken mensen die in hun jeugd opgenomen geweest zijn, verschillende pogingen hebben gedaan, depressief zijn geweest en die er nu wel terug staan.'
Hoe kan ik mijn gevoelens en noden kenbaar maken?
In onze toolbox zetten we je op weg om verbindend te communiceren