Waarom zelfdodingsgedachten het bijzonder zwaar maken voor naasten
Iemand die aan zelfdoding denkt, wil niet dood, maar wil dat de emotionele pijn die ervaren wordt, stopt. Want ook iemand die aan zelfdoding denkt, verkiest een leven zonder pijn. Daarom is er heel vaak hoop op het voorkómen van een zelfdoding. Gelukkig eindigt een suïcidaal proces dus meestal niet met een overlijden maar duurt het soms lang, is het onvoorspelbaar en ingrijpend. Dat kan het zwaar maken voor jou als naaste.
Leven met iemand die kwetsbaar is door een ziekte of aandoening is zwaar voor de naasten. Wanneer iemand in je gezin aan zelfdoding denkt, dan kan dit je leven op een bijzondere manier zwaar maken. Dat is ook wat heel wat naasten van een suïcidaal gezinslid ervaren. Maar waarom is dit zo?
Levensbedreigend: er is steeds een dreiging van een overlijden.
Duur: mensen die aan suïcide denken doorlopen een proces. Het is niet uitzonderlijk dat dit proces jaren kan duren.
Wisselend: het suïcidaal proces kent vaak ups en downs. Op momenten dat je denkt dat het goed gaat, kan het plots weer slecht gaan. Dit zorgt voor veel onzekerheid.
Onderliggende risico’s: suïcidegedachten staan zelden op zich. Vaak zijn er heel wat onderliggende risico’s zoals een aangrijpende gebeurtenis (relatiebreuk, overlijden, financiële problemen, slachtoffer zijn, …), genetische aanleg, persoonlijkheid (impulsief zijn, laag zelfbeeld, hopeloosheid,…) en psychiatrische problemen zoals depressie, alcohol- of drugsverslaving, borderline, autisme (ASS), angststoornissen,… (lees hier meer over het suïcidaal proces).
Onvoorspelbaar: in tegenstelling tot veel andere aandoeningen is het moeilijk om de toekomst in te schatten (prognose).
Zelfbeschikking: vaak leeft de overtuiging dat zelfdoding een keuze is waar anderen weinig kunnen aan doen.
Controle/machteloosheid: ondanks dat de naasten voelen dat de keuze (deels) bij de suïcidale persoon ligt, proberen naasten hun best te doen om een zelfdoding te voorkomen. Wanneer er weinig beterschap is, kan je je als naaste machteloos voelen. Om dit te voorkomen ga je proberen om nog controle uit te oefenen (door bijvoorbeeld heel zorgzaam of waakzaam te zijn).
Afwijzing: naasten ervaren de zelfdodingsgedachten van iemand waar ze om geven als een ultieme afwijzing.
Behandeling: door de veelheid aan onderliggende risico’s is een inschatting van het probleem (diagnose) en het vinden van een goede behandeling moeilijk.
Ziekte-inzicht: zowel voor de naasten als voor de suïcidale persoon is het niet eenvoudig om een realistisch beeld te krijgen van de onderliggende aandoening(en) of oorzaken en dus om goede hulp te vinden.
Toegang tot hulp: kennis en toegang (wachtlijsten, kostprijs, nabijheid,...) tot bestaande hulp is vaak ontoereikend.
Taboe: zowel psychiatrische problemen, suïcidegedachten als geestelijke gezondheidszorg hebben te maken met vooroordelen.
Geheimhouding: zelfdodingsgedachten worden vaak geheim gehouden (al dan niet onder druk van gezinsleden) en zijn niet zichtbaar voor de omgeving. Vaak wordt er verwacht dat je als naaste niet praat over je problemen ten gevolge van de suïcidegedachten van je gezinslid. Als je er wil over praten, moet je vaak zelf de eerste stap zetten.
Ernst: zelfdodingsgedachten worden als heel dreigend, verontrustend en ernstig ervaren. Hierdoor gaat bijna alle aandacht - van hulpverleners, vrienden, familie en van de overige gezinsleden - naar de suïcidale persoon, die op de eerste plaats komt. Er is hierdoor weinig ruimte voor aandacht voor de naasten en zelfzorg door naasten.