Mijn kind denkt aan zelfmoord
Je hebt het beste voor met je kind. Je voelt je verantwoordelijk voor zijn of haar geluk. Maar je lijkt er niet in te slagen. Het doet ontzettend pijn om je kind te zien lijden.
Je probeert de controle over de situatie te winnen. Je bent waakzaam, begripvol, ondersteunend, je cijfert jezelf weg. Je bent op zoek naar een evenwichtige, ouderlijke rol. Maar het is zo moeilijk te weten wat kan en wat niet. Hoe praat je met je kind als hij of zij aan zelfdoding denkt? Moet je alles aanvaarden wat je kind doet of zegt? Mag je grenzen stellen? De onzekerheid is groot en de angst voor het ergste is steeds aanwezig. Je voelt je machteloos.
Soms heb je het gevoel dat je weet wat het beste is voor je kind. Je geeft tips en adviezen. Maar ze lijken niet te helpen. Dit kan je frustreren. Misschien voel je boosheid of voel je je gemanipuleerd. Maar dit geeft je ook een schuldgevoel. Langs de andere kant kan het zijn dat je kind zich onbegrepen voelt. Dit kan tot onbegrip en conflict leiden.
Als je kind meerderjarig is of wordt, kan het zijn dat je minder vlot betrokken wordt in het zorgtraject van je kind. Hierdoor kan je het gevoel krijgen dat je je zorgende rol minder goed kan invullen.
Kortom, het is ontzettend moeilijk om op een zorgzame, verbindende manier met je kind te communiceren en gelijktijdig grenzen te stellen waar nodig. Mag je praten over zelfdoding met je kind en hoe doe je dat? Wat zijn de do's & don'ts? Welke hulpverlening bestaat er? En in heel dit verhaal: hoe zorg je ook voor jezelf?
-
We gaan toch wel anders om met Victor dan met de andere kinderen. En ik ben toch wel bang dat dat op termijn voor barsten gaat zorgen in ons gezin.
-
Soms zegt mijn dochter: "Nu wil ik daar niet over praten." Dan zeg ik: "Oké," Dan forceren wij dat ook niet. Dat afgrenzen is belangrijk voor ouders én voor kinderen. Soms begint Aisha over iets en dan zeg ik: "Aisha, dit is voor mij nu geen moment om erover te praten. Ik wil dat straks doen… maar nu niet." Maar je moet wel je belofte nakomen want anders wordt het wegduwen.
-
En iedereen doet zijn best en meent het goed… maar ik heb haar op de wereld gezet. Ze is mijn dochter, hé. En ik zou liefst hebben dat ze zich gelukkig voelt. Maar ja... Je kunt het niet voor haar doen, hé?
-
Mijn zoon zei: “Ik heb al spijt dat ik het gezegd heb, want nu ben jij ongerust en dat wil ik eigenlijk niet.” En ik heb gezegd van: “Ik ben toch blij dat je het gezegd hebt, want nu kunnen we hulp zoeken."
-
Ja, he. Ik neem het dag per dag, eigenlijk. Ja. Ik probeer hem vooral te laten voelen dat ik hem graag zie en dat ik hem wil steunen. Tegelijkertijd mijn eigen grenzen afbakenen en af en toe zo wel een keer een prikje geven, zo van: “Je hebt de auto gebruikt, hij ligt nu wel heel vuil, ik zou graag hebben dat je hem stofzuigt.”
-
Na die poging mocht ze niets meer van mij. Ik had de autosleutels verstopt, ze mocht niet meer alleen naar de winkel, ik vertrouwde ze niet meer. Maar dan beseft ge dat dat belachelijk is. Ge kunt haar toch niet opsluiten.
-
Ik ben zo precies een controleur. Overal. Dan is het precies dat hij geen privacy meer heeft. We zitten ook allemaal met schrik. Wat moeten we doen en wat moeten we niet doen? Hoe moeten we het oplossen?
-
Maar dan heeft ze wel gezegd van: “Mama, het is waar, ik heb het moeilijk, maar alles is onder controle. Er zijn mensen bij wie ik terecht kan, er is een leerkracht die alles weet en er zijn ook vrienden die alles weten, waar ik mee praat.”
-
Dat we dan een ijsje gaan eten, niet altijd, of gewoon de boodschappen doen dat nodig zijn, dat we mama en dochter zijn. Dat is… ideaal voor ons. Dat ik nog gewoon mama ben.
-
Echt, op eieren lopen, ja. Ontvlambaar. Het afgelopen anderhalf jaar was dat: ‘Oh nee, ze is daar.’ En dan, als ze binnenkwam, dan kijken, zo van, zal het gaan om te praten, of gaat het niet om te praten? En dan zwijgen en niets verkeerd doen.
-
Dan zei hij: "Ik pak de metro wel naar een vriendin." En dan dacht ik: 'Oh nee, dat mag niet, dan staat hij aan een perron!' Maar ik moest hem loslaten, want ik weet dat dat niet goed zou zijn als ik hem echt zo vast zou houden. Ik heb vaak veel schrik en zorgen gehad.
-
Natuurlijk zag ik zijn gedrag veranderen. En ik maakte me er eerst ook geen zorgen over. Dat is puberen, he. Nu, achteraf zie ik dat anders en weet ik dat er ook diepere problemen waren. Maar ja, dat is achteraf, hé. Ik vind dat toch moeilijk, hoor. Wat is normaal en wat niet?
-
Dat is het meest pijnlijke dat er is, hé. Ik heb dan zoiets van: ‘Kind, toch, ge hebt het leven gekregen,’ en ja, het lukt haar niet. Het doet gewoon pijn, het doet haar pijn, het doet mij pijn… Het is zo die onmacht, hé.
-
Ja, ge hebt uw principes over opvoeden maar ja, ge gooit die overboord. Ge geeft toe. Ge wilt geen ruzie, ge wilt ze niet boos maken… en ze weet dat hé. Dan zegt die: "ik vraag het wel aan mama of opa."
-
Maar ik wil vooral mama zijn en ik ben niet meer de therapeut. In het begin had ik zo een beetje therapeutische aanleg maar ben daar mee gestopt.