Ga verder naar de inhoud

5 G’s: Reageren in moeilijke situaties. Je eigen gedachten, gevoelens en gedrag begrijpen, helpt.

Soms kan de relatie met het gezinslid (dat aan zelfdoding denkt), heel moeizaam verlopen. Het kan zijn dat je er achteraf een slecht gevoel aan overhoudt. Vaak is dit wanneer er heel emotioneel gereageerd wordt. Problemen lijken onoplosbaar. Deze onprettige gevoelens zijn niet helpend om in de toekomst op een andere manier om te gaan met gelijkaardige problemen.

Voorbeelden van gedachten die onprettige gevoelens kunnen opwekken zijn:

  • Het idee dat problemen veel groter zijn dan ze werkelijk zijn.

  • Dat er geen hoop op verbetering is.

  • Het idee dat je tekort schiet als ouder, broer/ zus, kind, partner, ….

  • De overtuiging dat je beter je best moet doen om de anderen het naar hun zin te maken.

  • Dat je verantwoordelijk bent voor ieders geluk.

  • Dat je moet voldoen aan ieders verwachtingen.

  • Dat je je schuldig moet voelen als je enkel dingen voor jezelf doet.

  • Het idee dat je anderen niet mag lastig vallen of om hulp mag vragen.

  • Dat je de problemen van de anderen zelf moet oplossen.

Voorbeelden van manieren om negatieve gedachten te ontkrachten of positieve gedachten te ontwikkelen:

  • Wat zou ik tegen een goede vriend of vriendin zeggen die in een gelijkaardige situatie zit?

  • Wat zou een goede vriend of vriendin tegen mij zeggen?

  • Heb ik in een gelijkaardige situatie gezeten en hoe is die verlopen?

  • Wat zouden anderen zeggen dat ze van jou verwachten in deze situatie?

  • Hoe zou je binnen 5 jaar naar deze situatie kijken?


De 5G-methode is een manier om te kijken hoe een bepaalde situatie bij jou binnenkomt, hoe je hier mee omgaat en hoe je hier in de toekomst beter mee kan omgaan. Hierbij kijk je naar een gebeurtenis waaraan je een ongemakkelijk gevoel overhoudt, naar je gedachten, je gevoelens, je gedrag en de gevolgen hiervan. Vervolgens kijk je naar dezelfde situatie en ga je op zoek naar mogelijke andere gedachten, gevoelens en gedragingen en of deze kunnen resulteren in andere gevolgen.

Hieronder enkele voorbeelden hoe je met de 5G-methode aan de slag kan gaan.

Ouder denkt aan zelfmoord smal

Van negatieve naar positieve gedachten

Voorbeelden van gedachten die onprettige gevoelens kunnen opwekken zijn:

  • Het idee dat problemen veel groter zijn dan ze werkelijk zijn.

  • Dat er geen hoop op verbetering is.

  • Het idee dat je tekort schiet als ouder, broer/ zus, kind, partner, ….

  • De overtuiging dat je beter je best moet doen om de anderen het naar hun zin te maken.

  • Dat je verantwoordelijk bent voor ieders geluk.

  • Dat je moet voldoen aan ieders verwachtingen.

  • Dat je je schuldig moet voelen als je enkel dingen voor jezelf doet.

  • Het idee dat je anderen niet mag lastig vallen of om hulp mag vragen.

  • Dat je de problemen van de anderen zelf moet oplossen.

Voorbeelden van manieren om negatieve gedachten te ontkrachten of positieve gedachten te ontwikkelen:

  • Wat zou ik tegen een goede vriend of vriendin zeggen die in een gelijkaardige situatie zit?

  • Wat zou een goede vriend of vriendin tegen mij zeggen?

  • Heb ik in een gelijkaardige situatie gezeten en hoe is die verlopen?

  • Wat zouden anderen zeggen dat ze van jou verwachten in deze situatie?

  • Hoe zou je binnen 5 jaar naar deze situatie kijken

De situatie beoordelen via de 5G-methode

De 5G-methode is een manier om te kijken hoe een bepaalde situatie bij jou binnenkomt, hoe je hier mee omgaat en hoe je hier in de toekomst beter mee kan omgaan.

Hierbij kijk je naar een gebeurtenis waaraan je een ongemakkelijk gevoel overhoudt, naar je gedachten, je gevoelens, je gedrag en de gevolgen hiervan.

Vervolgens kijk je naar dezelfde situatie en ga je op zoek naar mogelijke andere gedachten, gevoelens en gedragingen en of deze kunnen resulteren in andere gevolgen.

5G-methode toegepast

Hieronder enkele voorbeelden hoe je met de 5G-methode aan de slag kan gaan.

Gebeurtenis: Mijn kind/broer/zus/ouder praat niet of nauwelijks tegen mij

SituatieGewenste situatie
GedachteMijn kind/broer/zus/ouder haat mij.Misschien is mijn kind/broer/zus/ouder boos en voelt hij zich oneerlijk behandeld, maar is het dan ook zo dat mijn kind/broer/zus/ouder niet meer van mij houdt?
GevoelIk ben boos/ gefrustreerd / verdrietig.Ik voel me boos, gefrustreerd en verdrietig, maar heb genoeg zelfvertrouwen om door te gaan.
GedragIk eis dat mijn kind/broer/zus/ouder tegen mij praat en respect toont.Ik denk na wat ik voel en wat ik nodig heb.
Ik denk na over wat mijn kind/broer/zus/ouder voelt en nodig heeft.
GevolgDe ruzies stapelen zich op.Langzaam ontstaat er meer begrip voor elkaars gevoelens en behoeften.

Gebeurtenis: Mijn kind/broer/zus/ouder luistert niet naar mij, doet zijn of haar zin

SituatieGewenste situatie
GedachteMijn kind/broer/zus/ouder heeft mij niet meer nodig/ houdt niet meer van mij.Zou het kunnen dat mijn kind/broer/zus/ouder zich niet lekker voelt? Mijn kind/broer/zus/ouder is op zoek naar zelfstandigheid. Is het dan ook niet normaal dat hij zich meer tegen mij afzet?
GevoelIk voel me schuldig/ onbekwaam.Ik twijfel soms aan mijzelf en voel me ook wel eens schuldig. Maar er is hoop. Er zijn vast manieren om open met elkaar te praten.
GedragIk wijs mijn kind/broer/zus/ouder op wat hij verkeerd doet en vertel hem hoe ik steeds mijn best doe.Ik probeer in alle openheid met mijn kind/broer/zus/ouder in gesprek te gaan. Ik probeer waardering en begrip te tonen.
GevolgMijn kind/broer/zus/ouder praat nog minder met mij.We kunnen beter met elkaar praten en betere afspraken maken.

Gebeurtenis: Mijn kind/broer/zus/ouder onderneemt een zelfmoordpoging

SituatieGewenste situatie
GedachteIk ben een slechte broer/zus/ouder/kind.Mijn kind/broer/zus/ouder vindt het leven op dit moment moeilijk om dragen.
GevoelIk ben verdrietig/angstig.Ik maak mij zorgen en ben verdrietig dat mijn kind/broer/zus/ouder aan zelfmoord denkt. Gelijktijdig zijn er heel wat dingen die er op wijzen dat ik ook een goede ouder ben. Ik vind nieuwe moed om er voor mijn kind/broer/zus/ouder te zijn.

Ik houd van mijn kind/broer/zus/ouder en mijn kind/broer/zus/ouder houdt van mij.
GedragIk vertel mijn kind/broer/zus/ouder dat het allemaal niet zo erg is en dat het allemaal goed komt.Ik probeer in alle openheid met mijn kind/broer/zus/ouder in gesprek te gaan. Ik probeer waardering en begrip te tonen.

Ik eis en verwijt niet.
GevolgIk en mijn kind/broer/zus/ouder voelen zich mislukt, onbegrepen en overbodig.Mijn kind/broer/zus/ouder voelt zich gesteund en begrepen.

Ik krijg een beter inzicht hoe ik er voor mijn kind/broer/zus/ouder kan zijn, zonder steeds alles te willen oplossen.